maandag 4 mei 2009

Zwitserland: van Heidiland tot high-tech land, en andere clichés (deel 1)

Zwitserland staat bol van de clichés. Het is eigenlijk een opvallend land, dat op een bepaalde manier toch zo onopvallend mogelijk wil zijn. Enerzijds staat Zwitserland aan de top van allerlei lijstjes zoals die van welvaart, koopkracht, kapitaal, innovativiteit, duurzaamheid en milieuvriendelijkheid, maar anderzijds denken de meesten bij 'Zwitserland' toch nog steeds aan het romantische plaatje van de houten chalet met alpenblik waar Heidi met de blonde vlechtjes vrolijk de rode bloempjes op het balkon water geeft, terwijl Urs, de boer met het geruite hemd en bretellen, op zijn pikkel de koeien melkt. Er zijn Zwitserland-liefhebbers (vooral de toeristen), en er zijn er die Zwitserland het toppunt van opportunisme en arrogantie vinden (meestal economen en politici). Het is dan ook interessant om als 'immigrant' deze clichés eens voor een spiegel te houden.


Laat ons beginnen bij Heidi met de vlechtjes. Dat is al meteen een cliché die
niet klopt. Heidi heeft eigenlijk korte, zwarte krullen, althans volgens het originele boek van Johanna Spyri uit 1880. Het boek is ontelbare keren vertaald, verfilmd en in musicals verwerkt en geraakte zo bekend in heel de wereld. Doorheen al die vervolgbewerkingen werd Heidi vaak afgebeeld met blonde vlechtjes, vandaar de verwarring. Enfin, maar dat is niet het punt dat ik wilmaken. We hebben al een paar keer gemerkt dat mensen denken dat wij ergens op een appartementje of een chalet in het hooggebergte wonen, dat we van die geweldige geraniums op ons balkon hebben, dat we 's ochtends verse koeienmelk drinken, dat we elke avond racletten, dat er edelweissbloempjes in onze hof staan, en dat we dan van daaruit dagelijks afdalen naar Basel of naar Zürich om er als stadsmensen ons brood te verdienen. Helaas, beste lezers, deze cliché klopt niet. We wonen weliswaar op een mooi en naar onze smaak heel luxueus appartement, vlakbij een stad een beetje kleiner dan Leuven, maar uitzicht op de bergen hebben we niet. Wel kunnen we, als we een paar kilometer verder de Gisliflue (778 m) beklimmen, bij helder weer, de besneeuwde alpentoppen zien liggen. We moeten ook maar een klein uurtje rijden om een paar mooie skigebieden te bereiken. En we wonen hier helemaal niet afgezonderd. Eigenlijk woont 80% van de Zwitsers in het laagland (lees onder de 1000m), en speelt op het toerisme na heel de economie zich hier af. Enkel de dunbevolkte kantons Wallis, Ticino en Graubünden in het zuiden - overbekend bij de toeristen - voldoen aan de idyllische plaatjes van Heidiland en het is daar dan ook heerlijk vertoeven tijdens onze weekends: 's winters om te skiën en komende zomer om bergwandeltochten te maken. Maar het is niet daar waar Zwitserland zijn welvaart schept. De snobistische en kapitaalkrachtige Zürichers doen dan ook wel eens lacherig over deze regio. Desalnietemin staan er elk verlengd weekend weer files van Zürich naar het zuiden... op zoek naar de rust en onstpanning in Heidiland.

7 opmerkingen: