vrijdag 15 mei 2009

World Cup Final bis

Nadat de KULeuven deze week zijn eigen kampioenschap had, konden de universiteiten van Zürich niet achter blijven. Woensdag vond het officiële universitaire kampioenschap plaats op de kaart Irchel, het park rond de campus van de universiteit van Zürich en vorig jaar nog terrein van de World Cup.

Ongeveer 80 deelnemers daagden op. De baanlegger had het zich gemakkelijk gemaakt, maar dat maakte het niet minder interessant voor de deelnemers: het parcours was namelijk bijna exact hetzelfde als dat van de wereldbekerfinale.


Drie kilometer tussen de vijvers, grasvelden en aula's, volledig gelegen op een helling en met redelijk wat wegkeuzes werden ons voorgeschoteld. Ik deed er 20'04" over, goed voor een 9e plaats. Hier en daar seconden laten liggen, maar als ik het optel kom ik toch aan een minuut. Bovendien had ik er al een zware werkdag op zitten en was er geen tijd geweest voor een opwarming. Al bij al vond ik het dan ook nog niet zo slecht. De winnaar (Daniel Zwiker) deed er 17'40" over.

Het wordt interessant als we vergelijken met de uitslag van de wereldbekerfinale. Daniel Hubmann won die met 14'13", 11 seconden voor die andere Zwitser Mathias Merz. De enige Belg in de finale, Fabien Pasquasy, eindigde op de 30ste plaats met 16'14". De universitair kampioen zou de rode lantaarn geweest zijn... Eerlijkheidshalve moet ik er dan ook nog bijzeggen dat het parcours toen nog 100 meter langer: aan post 15 moesten zij toen een tunnel doorlopen om dan via een trap uit te komen iets ten zuidwesten aan de vierkante omheining, waar er voor hen een kaartwissel was.

Na het kampioenschap heb ik mij dan terug naar het centrum van Zürich gehaast voor een etentje met de cursusgroep Duits. Met de bijna laatste bus ben ik dan uiteindelijk tegen middernacht thuis geraakt in Aarau. Dat was een dagje dat wel kon tellen.


maandag 11 mei 2009

Tom Boonen en Milow

Vandaag vroegen de collega's wat er aan de hand is met Tom Boonen - ook hier haalt hij met gemak de krantenkoppen. En als Belg wordt ge daar dan meteen op aangesproken natuurlijk - erger nog, al plagend worden Belgen blindweg gelijkgesteld aan een volk van cocaïnesnuivers. Ik zeg dan dat Boonen hetzelfde probleem heeft als hun Martina Hingis destijds na haar comeback. Ook zij kon toen moelijk aan een lijntje weerstaan... En dan hebben de Zwitsers meestal geen antwoord meer klaar. Ach ja, gelukkig hebben we Milow nog, die staat hier sinds deze week met Ayo Technology op nummer 1 en die vinden ze allen 'wunderbar' en 'super', al weten de meesten niet dat hij een Belg is...

maandag 4 mei 2009

Zwitserland: van Heidiland tot high-tech land, en andere clichés (deel 1)

Zwitserland staat bol van de clichés. Het is eigenlijk een opvallend land, dat op een bepaalde manier toch zo onopvallend mogelijk wil zijn. Enerzijds staat Zwitserland aan de top van allerlei lijstjes zoals die van welvaart, koopkracht, kapitaal, innovativiteit, duurzaamheid en milieuvriendelijkheid, maar anderzijds denken de meesten bij 'Zwitserland' toch nog steeds aan het romantische plaatje van de houten chalet met alpenblik waar Heidi met de blonde vlechtjes vrolijk de rode bloempjes op het balkon water geeft, terwijl Urs, de boer met het geruite hemd en bretellen, op zijn pikkel de koeien melkt. Er zijn Zwitserland-liefhebbers (vooral de toeristen), en er zijn er die Zwitserland het toppunt van opportunisme en arrogantie vinden (meestal economen en politici). Het is dan ook interessant om als 'immigrant' deze clichés eens voor een spiegel te houden.


Laat ons beginnen bij Heidi met de vlechtjes. Dat is al meteen een cliché die
niet klopt. Heidi heeft eigenlijk korte, zwarte krullen, althans volgens het originele boek van Johanna Spyri uit 1880. Het boek is ontelbare keren vertaald, verfilmd en in musicals verwerkt en geraakte zo bekend in heel de wereld. Doorheen al die vervolgbewerkingen werd Heidi vaak afgebeeld met blonde vlechtjes, vandaar de verwarring. Enfin, maar dat is niet het punt dat ik wilmaken. We hebben al een paar keer gemerkt dat mensen denken dat wij ergens op een appartementje of een chalet in het hooggebergte wonen, dat we van die geweldige geraniums op ons balkon hebben, dat we 's ochtends verse koeienmelk drinken, dat we elke avond racletten, dat er edelweissbloempjes in onze hof staan, en dat we dan van daaruit dagelijks afdalen naar Basel of naar Zürich om er als stadsmensen ons brood te verdienen. Helaas, beste lezers, deze cliché klopt niet. We wonen weliswaar op een mooi en naar onze smaak heel luxueus appartement, vlakbij een stad een beetje kleiner dan Leuven, maar uitzicht op de bergen hebben we niet. Wel kunnen we, als we een paar kilometer verder de Gisliflue (778 m) beklimmen, bij helder weer, de besneeuwde alpentoppen zien liggen. We moeten ook maar een klein uurtje rijden om een paar mooie skigebieden te bereiken. En we wonen hier helemaal niet afgezonderd. Eigenlijk woont 80% van de Zwitsers in het laagland (lees onder de 1000m), en speelt op het toerisme na heel de economie zich hier af. Enkel de dunbevolkte kantons Wallis, Ticino en Graubünden in het zuiden - overbekend bij de toeristen - voldoen aan de idyllische plaatjes van Heidiland en het is daar dan ook heerlijk vertoeven tijdens onze weekends: 's winters om te skiën en komende zomer om bergwandeltochten te maken. Maar het is niet daar waar Zwitserland zijn welvaart schept. De snobistische en kapitaalkrachtige Zürichers doen dan ook wel eens lacherig over deze regio. Desalnietemin staan er elk verlengd weekend weer files van Zürich naar het zuiden... op zoek naar de rust en onstpanning in Heidiland.